Op verschillende wijze kan iemand voor een ander werk verrichten. Wij kennen de arbeidsovereenkomst, de overeenkomst van opdracht en de aanneemovereenkomst. Overeenkomst van opdracht gaat men een inspanningsverplichting aan met een ander die geen werknemer is wegens veelal het ontbreken van een gezagsverhouding. Een aanneemovereenkomst is een resultaatverbintenis, waarbij een bepaald werk geleverd moet worden. Bij een arbeidsovereenkomst is sprake van arbeid tegen loon en een gezagsverhouding. De arbeidsovereenkomst is met vele wettelijke waarborgen omgeven, niet alleen met betrekking tot de beëindiging daarvan, maar ook omdat daarop veel sociale verzekeringswetten op zijn gestoeld.

Personeel kost geld en schept verplichtingen. Samenwerkende partijen, waarbij de een voor de ander arbeid verricht, kunnen een overeenkomst op verschillende wijze inrichten. Partijen kunnen weliswaar een titel boven een overeenkomst zetten, maar die is niet bepalend. In de uitspraak van de Hoge Raad in 1997 (ECLI:NL:HR:1997:ZC2495 (Groen/Schoevers) is vastgesteld dat door de uiterlijke schijn van een aanhef moet worden gekeken naar het wezen van de rechtsverhouding. Groen was van mening dat er sprake was van een arbeidsovereenkomst, zodat aan hem ontslagbescherming toekwam, maar de Hoge Raad was van oordeel dat er sprake was van een overeenkomst van opdracht.

In een recente uitspraak van de rechtbank Midden Nederland (ECLI:NL:RBMNE:2018:3995) ging de rechter nog een stapje verder. Partijen hadden bewust in een schriftelijke overeenkomst de titel van ‘arbeidsovereenkomst’ opgenomen en was er ook een loonstrook verstrekt, maar dat was kennelijk gedaan om toegelaten te kunnen worden tot der WSNP. Op het moment dat nakoming van de schriftelijke arbeidsovereenkomst werd gevorderd, besliste de rechtbank dat partijen kennelijk van meet af aan geen arbeidsovereenkomst voor ogen had gestaan, niet als zodanig feitelijke uitvoering daaraan hadden gegeven en dat er gelet op de onderlinge samenhang van verschillende overeenkomst geen sprake was van een arbeidsovereenkomst, zoals bedoeld in artikel 7:610 BW.